Weg met de voorderailleur?

eenmaalelf.jpg

In het mountainbiken rijden alle toppers en al veel liefhebbers met een 1x11 of een 1x12 opbouw. Ook in het veldrijden is 1x11 niet meer weg te denken. Op gravelbikes en sportieve ‘allround’ fietsen zien we dat tal van merken al modellen zonder voorderailleur aanbieden. Op echte racefietsen zie je dat eerder zelden. Het Aqua Blue Sport team heeft één seizoen met een 3T fiets (1x11) gereden, maar een succes was dat niet.

Wat is er technisch gezien anders aan een 1x11 groep?

In grote lijnen twee zaken. Ten eerste, de achterderailleur heeft een extra veer die zorgt voor meer spanning waardoor de ketting ‘strakker’ op het kettingblad blijft zitten. Daarnaast zijn de tandwielen op het kettingblad aangepast, een dikker en dunner tandje wisselen elkaar af en zorgt ervoor dat de ketting beter op z’n plaats blijft. Een aflopende ketting is zo goed als uitgesloten. 

En wat qua bereik?

Wat betreft het bereik is er zo goed als geen verschil tussen een 1x11 en 2x11 opbouw aangezien je bij de 1x11 gebruik kan maken van cassettes met (veel) meer tanden. Het enige nadeel is dat je grotere stappen hebt op je cassette dus inlevert qua schakelopties. Bij een 2x11 heb je 22 kransjes waarvan je er 18 kan gebruiken (de 2 ‘grootste’ op het grote voorblad en de 2 ‘kleinste’ op het kleine voorblad kan je beter vermijden), dat is dus nog altijd 7 meer dan op een 1x11 (waar je ze wel allemaal kan gebruiken). Persoonlijk ben ik van mening dat je die meer schakelopties enkel (en vooral) mist tijdens langere beklimmingen waar je gaat voor je best mogelijke prestatie.

Je kiest voor een 1x11 opbouw, maar welke combinatie neem je dan best? 

Klim je veel, dan ga je best je voor een 38, 40 of 42 tanden kettingblad in combinatie met een 11-40, 11-42 of 10-42 cassette. Hoe kleiner het kettingblad, hoe ‘gemakkelijker’ bergop maar hoe minder snel je kan gaan op het vlakke. Rij je vooral eerder vlakke ritten met wat ‘bultjes’ in dan kies je best voor een 44T kettingblad in combinatie met een 11-36 of een 10-42 cassette. Deze laatste geeft je extra snelheid op het vlakke én ook genoeg ‘ruimte’ om een stevige klim aan te pakken.  

Zijn er bijkomende voordelen?

Enerzijds is het schakelgemak zeker een voordeel, je hoeft niet meer na te denken en gewoon intuïtief op die hendel duwen als het lichter of zwaarder moet. Wat betreft de kettinglijn hoef je je zeker geen zorgen te maken, deze werkt perfect. En dan is er het voor de hand liggende voordeel van één onderdeel minder. Dat geeft minder gewicht, minder kosten, minder onderhoud, minder afstellen en het fietst een beetje ‘stiller’.

Welke 1x11 zou ik aanraden aan een ‘gemiddelde’ liefhebber?

Uiteraard is ‘gemiddeld’ voor iedereen anders, maar los daarvan... Ligt je focus eerder op het langere klimwerk en/of ben je helemaal niet bezig met snelheid (ik heb het dan over >40 km/u)? Ga dan voor een 40T vooraan en 11-42 achter. Rij je regelmatig offroad bergop, dan zou ik zelfs een 38T vooraan aanraden. Laat je de echte bergen liever links liggen? Kies dan voor een ‘allround’ opbouw met 42T vooraan en 11-42 achter. Heb je een wielset met een XD body kies dan resoluut voor een Sram 10-42 cassette.

Tot slot nog dit.

Ik verwacht dat Sram in 2019 zal uitpakken met een 1x12 groep voor op de weg. Dat zal zeker een meerwaarde betekenen voor de 1x (of zoals ze het bij Sram zeggen “one by”) en dat zal ongetwijfeld een boost geven aan de teloorgang van de achterderailleur. Gaat ook Shimano een 1x11 of 1x12 groep op de weg uitbrengen? Dat weet ik niet, afwachten dus…