TCRNo9: de wielen van de fiets gaan rond en rond

Het is een hoogdag voor geradicaliseerde fietsers. Op de derde zondag van juli verzamelen ze op de markt van Geraardsbergen. Ze dragen genummerde wielerpetjes en fluo hesjes. Hun racefietsen zijn bepakt en bezakt. Zodra de avond valt, deelt het stadsbestuur fakkels uit en baant het publiek zich een weg naar de Kapelmuur. De spanning stijgt. Om 22u klinkt het startschot en bestormen 341 deelnemers uit 47 landen de kasseien van de iconische Muur. Eenmaal boven stuift het peloton uit elkaar. Bestemming: Thessaloniki.

Meer dan 3.500 kilometer en 45.000 hoogtemeters dwars door Europa. Solo of als duo maar zonder hulp of ondersteuning. Deelnemers stippelen zelf een route uit tussen vier controlepunten. De negende editie van de Transcontinental Race telt controlepunten in de Italiaanse Alpen (Livigno), de Julische Alpen (Slovenië), Peshkopi (Albanië) en Meteora (Griekenland). Verplichte offroad stukken slopen fietsen, kraken deelnemers en ontlokken krachttermen.

Post-pandemisch lactaat

Weinig zaken zo ontspannend als de wereld verkennen op twee wielen. Koffie slurpen in bruine cafés, ontdek je plekje binnen en (ver) buiten de landsgrenzen en kleine gelukjes onderweg. Kortom, lustig leven in plaats van verwelken tijdens vergaderingen. In wedstrijdverband een continent doorkruisen? Tijdens de zomer? Nee, laat maar. Een pandemie later meld ik me aan bij lostdot.cc, doorloop de registratieprocedure (“Het is 23u op deze geografische coördinaten. Waar vind je binnen het halfuur eten?”) en krijg begin februari te horen dat ik mag starten. Let the games begin. Of beter: het gepuzzel.

Als bij toeval licht mijn telefoon op. Een bericht van rasatleet Bert Flier. In een vorig leven nam ik deel aan zijn triatlonstages in de Ardennen. Rustig meesterschap, academisch onderbouwd en eeuwig jong. Zijn website vermeldt lactaattesten en periodisering. En dus trek ik op een druilerige weekavond naar Utrecht voor een inspanningstest. Die verloopt goed: conditioneel is de basis voldoende breed. Gerichte trainingen gaan me helpen ‘om makkelijker over de bergen te komen’. Plots ben ik een trainingsschema, trainingszones, en een personal coach rijker. En nieuw jargon. Zeg niet zweten als een paard maar wel lactaatbalansintervaltraining.

Eind februari levert een schuiver op de stadsfiets een elleboogbreuk en een polsverstuiking op. Een medische ingreep is gelukkig niet nodig. Wel manuele therapie. Op de weg fietsen is te pijnlijk en dus maal ik voor het eerst virtuele kilometers op een indoortrainer (dankjewel Erwin) onder het goedkeurend oog van gerechtsdeurwaarder Blue.

Maanden ben ik zoet met routes ontwerpen, scenario’s bedenken, materiaal testen, race manuals bestuderen en rompstabiliteit trainen. Over de fietskeuze hoef ik niet te twijfelen: een OPEN U.P. gravelfiets met lekker brede wielen en bandjes. Comfortabel, snel en veelzijdig.

Terug naar Geraardsbergen. Na een vlotte bike check, een middagdutje in de auto met vrouwlief en uitgebreid tafelen met ouders, familie en vrienden, houdt het eindelijk op met regenen en vervoeg ik de andere deelnemers op het marktplein. Een peptalk van BRM voorzitter Frank & Babs en ik ben klaar om te vertrekken. Even snel de koplamp inschakelen. Er gebeurt niets. Ik probeer het nogmaals. Geen reactie. Gelukkig werkt de helmlamp wel. Frustratie wegslikken, inklikken en wegwezen. Ik nestel me in de buik van het peloton en voel de beslommeringen van me afglijden. Ik versnel een paar keer zodat ik rustig de Muur kan oprijden. Het publiek staat rijen dik. Net na de Cancellara bocht spot ik eerst dochterlief en vervolgens moederlief. Ik ervaar opwinding en geluk. Adrenaline en endorfine op de Kapelmuur. Geweldig. De start voelt bevrijdend. Weg van het alledaagse. Op avontuur in een bubbel van schermen, emoties en minimalisme. Bring it!

Photo credit: @lizseabrook for TCRNo9

Bibberen op de Gott-verdomme-hardpas

Tot net voorbij Zagreb ben ik op bekend terrein. Mijn route loopt via de Vogezen door Basel naar Bellinzona, waar het eerste parcours met de San Bernardinopas en de Splügenpas wacht. We zijn 90’ ver en ik sta geparkeerd. Een stuk glas heeft zich door mijn splinternieuwe achterband geboord. Ik pers twee plugs in het gat, breng rubberlijm aan en pomp wat lucht bij. Dat laatste herhaal ik een paar keer tot ik besef dat ik extra tubeless latex mee heb. De magie van Silca sealant werkt ook nu. Ik kan verder. Oef. De regenbuien verdring ik Freudiaans. De tijd vliegt en, kijk, dageraad. Komt goed. Het is maandag in Frankrijk. Het land lijkt in lockdown. Alleen supermarkten en apotheken zijn open. Met lokale tegenzin. Na 19u in het zadel vind ik een hotel in Ramouchamp, diep in de Vogezen. Ik krijg de familiekamer op de zolderverdieping. Het ritueel van mentale, fysieke en Li-Ion batterijen opladen ontvouwt zich.

De ochtend is nat en koud. In Basel valt mijn oog op Voyage Cycling, een fietsenwinkel opgetrokken uit Zwitserse orde en precisie. De mechanieker werpt een blik op mijn achterband en vraagt ‘zal ik ‘em voor je vervangen?’ Opgelucht wandel ik de winkel buiten met een vers gemonteerde Schwalbe Pro One achterband, wat sportvoeding en Fingers Crossed sokken. Met natte poten de bergen over is geen pretje.

In de omgeving van Seelisberg ontmoet ik James Vernon, een zachtaardige Brit. Het klikt ogenblikkelijk. We nemen samen de trappen naar het meer. Door de regenval liggen ze er spekglad bij. Scheldwoorden galmen door de vallei. Ik blijf recht maar de pezen in mijn linkerbeen protesteren. Ik pauzeer aan een bushalte, stretch, inhaleer de voeding die ik op zak heb en vervolg mijn route. Die volgt Eurovelo 5 via Andermatt naar Airolo. Er is geen ontkomen aan. De Gotthardpas: een Zwitserse Alpenklim met een top op 2108m. Het is een graad of 3, pikdonker, de wind huilt, en de regen valt met bakken uit de lucht. Elke meter is harken. Ik heb alle kledij aan die ik bij heb. Bibberend maak ik een praatje met een Canadese deelnemer. Hij is vastberaden om de nacht door te rijden. Ik knik respectvol en rij door.

In de Albergo San Gottardo brandt licht. Ik vuur een paar feestelijke salvo’s de lucht in, ontdooi aan de receptie en plof neer in een aftandse cafetaria.

Een stuk taart, een broodje met koffie en bier en oef. Slaaptijd na 761,47 kilometer en 7764 hoogtemeters in het zadel.

Eitjes en bergdraakjes

Dag 5. De zon schijnt in Bressano, de oudste stad van mijn zo geliefde Alto Adige. Het besef komt pas wanneer ik een tweede portie bestel: mijn soulfood bestaat uit eggs benedict. Fühlt sich richtig an bloklettert het restaurant. Zuurdesembrood, verse zalm en gepocheerde eitjes overgoten met Hollandaisesaus. Wijlen Antonio Carluccio knikt instemmend.

Dansend fiets ik Oostenrijk binnen op de zalvende tonen van de Monophonics

To whom it may concern

These are words from the past

Slow down, don't read too quick

Let that good feeling last

Monophonics feat. Kelly Flinnigan - Last One Standing (2020, Colemine Records)

Net voor de Sloveens/Italiaanse grens ontmoet ik twee verveelde militairen met nachtdienst. Ze drinken koffie op het terras van een benzinestation. We delen wat Haribo snoep. “Ja, veel transmigranten zien we hier eigenlijk niet.” zegt de zoon van een Kosovaarse immigrant. “En als ze papieren op zak hebben, moeten we ze laten gaan.” klinkt het teleurgesteld bij zijn collega. De uitbater brengt extra koffie en vervoegt ons. Een gesprek over meritocratie, Europees migratierecht en religieus fundamentalisme ontspint zich.

De conversatie blijft hangen tot ik in Tarvisio een andere wereld betreed. De keukenploeg van skihotel Edenhof verzamelt zich rond mijn fiets in de ontbijtzaal. “Er is regenweer op komst. Hier is een glas wijn. Hoe laat wil je morgenochtend ontbijten? We zullen zorgen dat deze koffiemachine aan staat.” Een paar uur later daal ik met kleine oogjes de traphal af. Mijn bidons zijn gereinigd en gevuld. Er is een tafel voor één persoon gedekt met fruit, brood, honing en melk. Feest. Gecharmeerd door zoveel gastvrijheid neem ik de Ciclovia Alpe Adria Radweg door de Julische Alpen. Zachte percentages, prachtig landschap.

Controlepunt 2 ligt op een oude handelsroute in het noorden van Slovenië. Ik rust er even uit, bewonder de tweede stempel in mijn controlekaart, check de berichten op mijn telefoon – mentale doping van de zuiverste soort - en bereid me voor op parcours 2. 45km kronkelen in de bergen, deels onverhard. Ik laat me navigeren door Komoot om zeker te zijn dat ik de verplichte route volg en  straftijd vermijd. De onverharde stukken liggen er droog en berijdbaar bij. Easy peasy.

Balkan rapsodie

Het is een klassieke grap. Niemand weet waar de Balkan begint of eindigt. Mijn startpunt ligt in Kostajnica, net voorbij de Kroatische grens met Bosnië-Herzegovina. Twee uit de kluiten gewassen motards uit Malmédy hadden me al voorbereid op een korzelig Bosnisch onthaal aan de douanepost. Dat was niet gelogen. Gek hoe de sfeer kan omslaan op slechts 100m. Op weg naar Prijedor maak ik kennis met Steve, een atletische huisarts uit Dour. Hij is niet in zijn nopjes. Hij heeft net de grond gekust tijdens een ongeplande afdaling in de modder. Aangekoekte Bosnische aarde verhult zijn velgremmen. We houden halt in een café en worden prompt getrakteerd door een tandeloze stamgast. Zijn tienerdochter vertaalt simultaan. Steve en ik bedanken vader en dochter en gaan opnieuw op pad. Onze wegen scheiden wanneer Steve een carwash ziet. 15km verder kruisen we elkaar opnieuw in een benzinestation. We zijn allebei inmiddels goed getraind in dit soort pit stops. Caffeïne, water, suiker en WiFi. Het TCR dieet. Calorieën en data. Gezond is het niet. Lekker evenmin. Wel snel en voorspelbaar.

In Banja Luka is het zaterdagavond. Drukte. Op geaccidenteerde asfaltbanen. De nachtreceptionist stelt voor om mijn fiets buiten te laten staan. Ik antwoord met een priemende blik. Dat volstaat om mijn fiets in de ontbijtzaal te parkeren. Op mijn hotelkamer neem ik een radicale beslissing: morgen ga ik op pad met verse kledij. Take that, Balkan drivers!

De route die ik had uitgetekend door Bosnië en Montenegro staat in het teken van efficiëntie. Dat wil zeggen rechte lijnen en zo weinig mogelijk hoogtemeters. Onvermijdelijk betekent dat ook verkeersdrukte. Het hoort bij TCR zoals kettingrokende benzinepomphouders.

175km later. De avond valt. Ik scheur van de honger, ben de drukkende hitte maar vooral het Bosnische autoverkeer spuugzat en open mijn telefoon. “Motel Sretno Good Luck ligt in een rustige omgeving op 27 km van het centrum van Sarajevo en biedt een restaurant met lokale en internationale gerechten.” Ik laat Liam, een Londense kinderarts, weten waar ik die avond mijn geluk beproef. Hij heeft mechanische pech en is op weg naar een fietsenmaker in Sarajevo. Het Sretno Motel ademt belegen Sovjet-sfeer en betonnen ongezelligheid. Uitbater Bojan rookt als een schoorsteen. Zijn moeder lijkt 145 jaar jong. De hond ook. Maar er is WiFi op het terras, koud bier en warm eten. En in de badkamer warm water. Zeker 10 seconden lang. Iets voor middernacht komt Liam aan. We lachen hartelijk om de Oostblokvibes.

‘s Ochtends laat Liam weten dat hij een artikel had gelezen over ondervoeding bij kinderen in de Balkan. De problematiek verbaast niet en we fietsen in stilte door de mist. In Montenegro kost het weinig moeite om de Bosnische kansarmoede te vergeten. De Piva vallei is adembenemend mooi. Diepe kloven, rotsformaties, tunnels, meanderende wegen, licht- en wolkenspel. Machtig. En nog een kilometer.

Ik rij in een stuk door tot Shkodër, Albanië. Zoonlief Nicolas bevindt zich 200km verderop in Tirana. Die afstand is onhaalbaar en dus wens ik hem een veilige terugreis en las een culinair intermezzo in. De staf van Marina Seafood spreekt een comfortabel Engels en serveert een verfijnde wereldkeuken. Op de wijnkaart staat een van mijn favoriete flessen uit Lombardije. Ik kan niet weerstaan aan de vineuze verleiding, schermbel met het thuisfront en deel de fles met de keukenstaf. Collega bikepacker Hanne meldt dat een zekere Liam een paar tafels verder zit. Als bij toeval zie ik hem in het hotel. We praten even bij en blazen fictieve Bosnische sigarettenrook als aandenken aan het Sretno motel.

Een welgemeende ochtendrit

De tiende wedstrijddag staat in mijn geheugen gegrift. Mijn benen voelen alsof ik sinds de val van Antwerpen (1585) aan het fietsen ben. De Albanese zon brandt genadeloos. Het wegdek lijkt ook in brand te staan. Ik kom samen met meertalige spraakwaterval en TCR veteraan Erik aan in het derde controlepunt in Burrel.

Ik eet er drie hoofdgerechten: maaltijdsoep, ovenverse macaroni en lamsvlees met rijst. Ik blijf wakker en beleefd, ook al praat een jonge Britse vrijwilliger me de oren van het lijf.

Het is bloedheet. Mijn route draait plots rechtsaf en steil omhoog. Een onverharde, stoffige weg. Stante pede hike-a-bike. Ik kijk de route na en zie dat Komoot een shortcut heeft gesmurfd. Die is loodzwaar. Na 60’ terten blokkeert een graafmachine de weg. De arbeiders hebben geen oren naar een ruitentikker in lycra. Aandringen wordt op lokale onverschilligheid onthaald. Ik druip af. Bergaf glijdt mijn voorwiel weg in een greppel. Knullig maar onvermijdelijk ga ik stapvoets overkop. De shifter op mijn tijdritstuur breekt. Ik raap mijn ego bijeen en daal wandelend de berg af. Ik vul mijn bidons bij, lijm de shifter vast en pas mijn route aan.

Mistakes were made

Twee uur later is er van asfalt geen spoor meer te bespeuren. Parcours 3 is slechts 45km lang maar kost me 5u30. De weg is spectaculair maar technisch en pittig. Onderweg zie ik schildpadden, schapenherders op ezels, en uitgeputte deelnemers met gebroken wielen en fietskaders. Ik besef na 10km bergaf dat ik het niet haal voor de zon ondergaat. Versnellen heeft weinig zin. In de vallei weergalmt gevloek. Marcos,  een kleurrijke Braziliaan die carrière maakt in Finland, is aangevallen door wespen en weet niet meer van welk hout pijlen maken. Ik blijf even bij hem tot hij is uitgeraasd. In de verte zie ik een ander fietslicht. Tony, een minzame deelnemer uit Briançon, is ook klaar met de onzin van parcours 3. “Als het zo zit, fiets ik zelf wel naar Thessaloniki. Dit is hopeloos.” Ik kan niet anders dan hem gelijk geven. Nog 4km te gaan. Ik ben zelf ook de desintegratie nabij en neem de laatste hoogtemeters met wraakneigingen. De organisatoren, twee Britse kostschooltypes die ik tijdens eerdere wedstrijden heb leren kennen, verwens ik. Underbiking is plezant, maar niet op Albanese geitenpaden. De constante stroom van berichten kan me voor een keer niet opbeuren. De vermoeidheid en het gebrek aan progressie eisen hun tol.

Photo credit: @lizseabrook for TCRNo9

Ik neem al wandelend (!) een houten brug met dwarsbalken aan het eind van het parcours. In mijn ooghoek zie ik een groot maar leeg terras. Dit lijkt op een locatie voor een bruiloft. Alle deuren zijn open maar het gebouw maakt een verlaten indruk. Uit een achterkamer verschijnt een werkman. Hij vertelt dat een overnachting 50 euro kost. Cash. Ik begin mezelf te fouilleren maar helaas. Ik heb nog 20 euro op zak. Betalen met kaart blijkt niet mogelijk. Marcos enters the chat. We dringen beleefd maar kordaat aan. “Wait, I give you boss”. De baas hoort ons verhaal aan. We mogen gratis overnachten. “Kies maar een kamer uit”. Kunnen we hier ook eten? “Ja, het restaurant is beneden.” Marcos en ik nemen plaats op het terras. Er is niemand. We wisselen een blik en duiken de keuken in. Het vuur in de pizza oven smeult nog na. Let’s get cooking. We snijden groentjes, koken pasta en drinken tapbier. Andrea, een ervaren randonneur uit Venetië, schuift mee aan tafel en stelt de intussen aangekomen en opgewonden chef gerust in het Italiaans. Man bijt hond. In een Albanees maffia hotel. Funsies.

De volgende ochtend trekt de TCR karavaan zuidwaarts via Noord-Macedonië en opnieuw Albanië naar Griekenland. Ik heb betere benen dan gisteren maar het is opnieuw moeizaam meters maken. Elke klim is werken en elke afdaling opletten. Putten in de weg, wegverzakkingen, wegenwerken en dus opnieuw brutale grindwegen. Andrea en ik spelen haasje over.

De nacht valt en we dineren in een stijlvolle brouwerij in Leskovik, op een boogscheut van de Griekse grens.

Griekse hartelijkheid, straathonden en een nachtelijke anticlimax

Uit recent sportpsychologisch onderzoek weten we dat ultrafietsen populair is bij zelfbewuste avonturiers met een aanleg voor goedaardig masochisme. En inderdaad: de romantiek van fietsen op de heide is ver zoek als je in een opgedroogde Albanese beek een luchtledige croissant met chocopasta doorspoelt met nog een blikje Fanta. De laatste horde bestaat uit een driedelig parcours met een Gordiaanse knoop aan routekeuzes. En keuzestress. Parcours 4a leidt naar een wondermooi berglandschap met frivole haarspeldbochten en eindeloze panorama's. In Melissourgi werp ik een blik op het gravel short cut naar parcours 4b en beslis om de geasfalteerde omweg te nemen. 80km en 2000hm om. Een eitje. Net voor valavond kom ik in Vourgareli, een slaperig bergdorp met een levendig centrum. Aan de uitbaters van een antiekwinkel vraag ik of er in het dorp een hotel is. “Als je hier om de hoek de trap afdaalt, vind je een hotel.” De eigenaar is een 80-jarige heer met een kamerbrede glimlach en een tiental katten. Ik eet belegde pannenkoeken en val als een blok in slaap.

Dag 12 start om 4u15 met een platte AXS batterij aan de voet van een lange klim. Ik open de borstzak van mijn drinkrugzak en vervang de batterij. De voorderailleur werkt weer. Let’s go. Een paar honderd meter verder merk ik dat de borstzak nog open staat. En dus keer ik op mijn passen terug om mijn krediet- en identiteitskaart te zoeken. Ik vind ze gelukkig allebei. Het is nog donker wanneer ik aan het begin van parcours 4b Sarah spot in Theodoriana. Ze stapt met een polsblessure uit de wedstrijd. De rest van de ochtend is een tijdrit in lijn naar Kalambaka. Controlepunt 4 sluit om 13:00 lokale tijd. Do or die. Ik kom om 10u47 aan en val net niet in de armen van een wielerkoppel uit Turnhout. Zij bemannen de controlepost in Pub 38. Het voelt als thuiskomen.

Parcours 4C is een TCR hotspot. De zwevende kloosters van Meteora. Een Noord-Griekse attractie op zandstenen rotsformaties. Met recht en rede pronken de bouwwerken op de Unesco Werelderfgoedlijst. De middagzon is genadeloos maar er is veel te zien en dus passeert de klim snel. Ik lunch een tweede keer in een panoramische taverna en rij noordwaarts. Geen verkeer meer te bespeuren. Glooiende wegen, prima asfalt, dreigende wolken in de verte. Ik luister naar de wind maar hoor trompetgeschal.

Birds flying high you know how I feel

Sun in the sky you know how I feel

Breeze drifting on by you know how I feel

Nina Simone - Feeling good (Philips Records, 1965)

Nog 340km en dik 4200hm tot de finish zegt mijn fietscomputer. Dat is speelbaar. Ik sluip door de gangen van het guesthouse voor het krieken van de dag. De eigenares komt me tegemoet, wenst me een behouden reis en begeleidt me naar buiten. Een wegversperring aan een waterkrachtcentrale verplicht me om te klauteren. Ik hijs me een weg naar boven en verdring de episode meteen. Er zit poeder in de benen en de kilometers vlotten. Eindelijk. In Kilkis pauzeer ik op een terras met Kim, een Finse architect. We hebben al een paar betekenisvolle stiltes met elkaar gedeeld in de bergen en het doet deugd om hem terug te zien. De club sandwich smaakt. Kim heeft net een ziekenhuisbezoek achter de rug. Een gezwollen kuit baarde hem zorgen.

Het finishparcours telt 147km en 3580hm. De gravelstrook bergop is gelukkig zanderig en minder zwaar dan verwacht. In de afdaling rij ik lek. Het euvel is snel verholpen. Op een terras aan het Kerkinimeer tank ik een laatste keer bij. Joep uit Eindhoven, Byron uit Darby en Kishan uit Mumbai schuiven mee aan. Een Genkse vakantieganger vertelt honderduit over de streek. Zijn suggestie voor de boerensalade sla ik af. Een vlakke strook van 60km in combinatie met Motown geven me vleugels. De laatste 100km vallen zwaar tegen. Lange beklimmingen, overbodige gravelstroken met agressieve honden roedels, en fantasietjes op weg naar en in het stadscentrum van Thessaloniki. Ik rol mijn veiligheidsvest op om de straathonden af te houden. Dit kan snel slecht aflopen. Het is genoeg geweest.

Om 4u15 lokale tijd bereik ik de finish. Een anticlimax. Ik geef mijn tracker aan de vrijwilligers, laat mijn brevetkaart afstempelen en drink een biertje met Marcos en zijn vriendin. We zijn het erover eens dat het finishparcours een overbodige marteling was. Ik dut even in op een bank aan de zee en ontwaak, iets beter gezind, net voor het ochtendgloren.

Het is gelukt. Binnen. Na 3.558 km en 45.200 hm.

Competitief ultrafietsen is een relatief jonge sport die net als ultrarunning aan populariteit wint. We moeten er niet flauw over doen: de opstart-, reis- en onderhoudskosten zijn niet mals. Dopingcontroles zijn nog niet gestandardiseerd en een officieel wereldkampioenschap bestaat ook nog niet. Andere dimensies van professionalisering zijn wel al zichtbaar. Professionele ultrafietsers als Sofiane Sehili en Lael Wilcox vallen op door hun bovenmenselijke prestaties, bescheidenheid en persoonlijkheid. Ultracycling coaches organiseren trainingsstages en -begeleiding. Met de hulp van influencers brengen sportmerken steeds meer en beter materiaal onder de aandacht. De wedstrijdkalender wordt elk jaar drukker en diverser. Dat verklaart deels het opbod aan wedstrijdlocaties en -formats. De laatste nieuwe trends staan in het teken van duurzaamheid: hashtags als #plasticfreeultra en #lowcarbontravel zijn pogingen om de sport en haar deelnemers afval- en milieubewuster te maken. Ik kan me niet voorstellen hoe ik de Balkan plastiekvrij was doorgekomen maar ga het principe omarmen tijdens mijn woon-werkritten. De keuze om verplichte rustpauzes in te lassen, zoals bv. The Transatlantic Way, verdient navolging in mijn optiek. 

Tot slot, eigen aan competitief ultrafietsen is de paradoxale digitale ervaring. De paradox zit in het onvermijdelijke spanningsveld tussen ontkoppeling en verbinding. Burgerlijke beslommeringen ruimen baan voor een routine van eenvoud (eat-bike-sleep-repeat), gevoed door een constante interne monoloog, indrukken en gedeelde momenten met andere deelnemers (ook een vorm van verbinding). Daar staat tegenover het data- en schermafhankelijke karakter van ultrafietsen. Fietscomputers, telefoons en trackers genereren data in de vorm van cijfers, grafieken, heatmaps, Instagram posts en WhatsApp berichten. Het verbaast me elke keer weer hoeveel mentale energie een grap, like, of andere vorm van aanmoediging oplevert, soms zelfs van mensen die langs de weg je naam roepen. Hartelijk dank voor zoveel steun, liefde en vriendschap. Hartverwarmend. Dat brengt me naadloos bij de goedaardige vorm van constante toezicht (surveillance - watching from above) dat dotwatching heet. Elke deelnemer heeft een gps tracker op zak. Dat toestel zendt een signaal uit waarmee je de voortgang van de deelnemers kunt volgen op je scherm. Een verbindende en lichtjes verslavende praktijk.

Analoog ultrafietsen wordt vast ‘ns een retrotrend, maar dat zien we dan wel weer. Het was een voorrecht om deel te nemen aan TCRNo9. Veel gezien, beleefd en geleerd. Op en naast de fiets.

Cap 268

Photo credit: @saskiacmartin for TCRNo9

Geschreven/gereden door & met dank aan Tom Van Hout

1x12 is king?

Ik ben een absolute fan van 1 kettingblad vooraan, de ‘oneby’ zoals ze zeggen. de voordelen daarvan zijn langzaam aan wel gekend (hoop ik) dus die ga ik hier niet meer opsommen. Dankzij de vele mogelijkheden en de populariteit van de elektronische Sram AXS 12 speed groepen (Road / Gravel / MTB) is er een groot aanbod aan 12 speed cassettes. Je kan zo perfect een cassette kiezen die heel goed aansluit bij wat jij van plan bent te doen. Het is bijvoorbeeld helemaal niet nodig een 10-52 cassette te gaan kiezen indien je voornamelijk vlakke ritten fiets, dan kan een 10-44 of een 10-36 meer dan voldoende zijn, en zo verder. Of heb je liever een groot kettingblad, dan toch beter een cassette met een groter bereik? ‘Custom is king’ denk dan ik dan toch maar :-)

Je kan deze dan indien je wenst combineren met een Classified systeem en dan heb je ook nog eens kleine sprongetjes op je cassette en 24 versnellingen (met wat overlap uiteraard), vooral interessant als je graag eerder wat ‘prestatie gericht’ fietst. Mogelijkheden genoeg dus.

Om je wat vooruit te helpen hierbij een lijst van 12 speed cassettes en hun vertanding… enjoy.

Classified Powershift

De Classified Powershift kit is een draadloos elektronisch schakelsysteem met 2 versnellingen in de achternaaf die de voorderailleur vervangt en je met 1 voorblad minimum 22 versnellingen geeft. Je kan dit systeem met quasi alle 11,12 en 13 speed groepen combineren.

Classified combineert de voordelen van een enkel crankstel op vlak van eenvoud en efficiënte met die van het dubbel crankstel op vlak van bereik met kleine sprongen. Kortweg alle voordelen van een 1x en een 2x zonder de nadelen.

De Classified Powershift naaf heeft heel wat voordelen:

  • geen voorderailleur en maar 1 kettingblad meer nodig

  • je kan van je (virtueel) klein blad schakelen naar je groot blad onder volledige belasting tot 1000 watt

  • veel versnellingen (1x22 GRX/Force1, 1x24 Sram AXS of 1x26 Ekar)

  • groot bereik met kleine sprongen

  • direct schakelen in 150 milliseconden

  • zeer goede kettingefficiëntie dankzij het ene voorblad

  • er is een ruime keuze 1x voorbladen (bvb. 38T, 40T, 42T, 44T… 50T…)

  • ruime keuze cassettes, in 12 speed deze: 11-28, 11-30, 11-32, 11-34, 12-31 & 11-40

  • je hoeft je geen zorgen te maken over vuil of regen, het systeem is volledig weerbestendig

  • diverse wielsets (carbon / aluminium / 700c / 650b) zijn mogelijk

  • het is een lichtgewicht systeem

  • bij 2 wielsets heb je maar 1 cassette en naaf nodig die je snel en eenvoudig van set op set kan zetten

Hier een voorbeeld: met een 42T kettingblad heb je een virtueel klein blad van 29T (factor 0,686). Combineer dit met een 11-34 cassette en je hebt een bereik van 448%. Hoe kleiner het gekozen kettingblad hoe ‘gemakkelijker’ het trappen wordt, maar je verliest wel wat snelheid op het vlakke en in een afdaling.

Momenteel is de nieuwe 11-40 cassette beschikbaar waarmee het bereik uitbreidt tot 526% en de combinatie met een groter 46T, 48T of 50T kettingblad ‘aangenamer’ maakt. Op m’n nieuwe testfiets ga ik deze cassette combineren met een 46T kettingblad wat me dan meer dan genoeg snelheid geeft in een afdaling en op het vlakke maar toch nog een héél comfortabel bereik met de combinatie vooraan virtueel blad van 32T en grootste cassette kroontje 40T.

“Classified Powershift kort samengevat: een absolute aanrader!”

Ik heb dit systeem getest op volgende fietsen en in deze combinaties:

  • Niner RLT 9 RDO met Sram Force 1x22 speed, 11-34 cassette en 44T crank

  • Niner RLT 9 Steel met Shimano GRX 1x22 speed , 11-32 cassette en 40T crank

  • Colnago Prestige CX met Sram Force 1x22 speed, 11-34 cassette en 44T crank

  • Repete Verne met Sram Force eTap AXS 1x24 groep, 11-32 cassette en 42T crank

  • Chapter2 AO met Sram Force eTap AXS 1x24 groep, 11-32 cassette en 42T crank

  • J.Guillem Atalaya met Sram Force eTap AXS 1x24 groep, 11-34 cassette en 40T crank

  • Oddur Custom met Sram Force eTap AXS 1x24 groep, 11-34 cassette en 44T crank

  • Open WI.DE. met Sram Force eTap AXS 1x24 groep, 11-34 cassette en 42T crank

  • Open WI.DE. met Sram Force eTap AXS 1x24 groep, 11-40 cassette en 44T crank

  • Repete Verne met Sram Force eTap AXS 1x24 groep, 11-40 cassette en 46T crank

Gravelterroir

Onverhard fietsen is ouder dan het A-Team maar hipper dan Templeton ‘Faceman’ Peck ooit is geweest. De eerste gravelfietsen kwamen rond 2015 op de markt. Sindsdien heeft deze fietsniche alleen maar aan populariteit gewonnen. Marketing, de pandemie en de mystiek van het onbekende, weg van zowel isometrische jaagpaden als extreme bikeparks verklaren het succes van ‘gravelen’,  een parapluterm voor avontuurlijk(er) fietsen. Het Australische fietsmagazine Cyclingtips onderscheidt vijf soorten gravel . Ik vertaal ze hier vrij als gravelterroir en gebruik ze vervolgens om twee banden uit het Gravelbike.be gamma te bespreken.

Categorie 1 staat voor Vlaams of Waals asfalt. Verharde wegen in slechte staat, met kasseistroken, putten en andere gebreken. Onvermijdelijk als voorschotfacturen. Een racefiets met 25mm - 32mm banden volstaat, maar breder rubber biedt meer comfort.

Categorie 2 is zacht knisperend grind. Het soort dat je aantreft in het Zoniënwoud, langs de Dijle of op de Veluwe in Nederland. Onverhard en autovrij onthaasten. Net niet erotiserend. Perfect haalbaar met een racefiets op 28-35mm banden maar zorgelozer en vooral leuker op een gravelfiets.

Categorie 3 omvat uitdagender onverhard terrein met wat losliggende stenen, hobbelige heuvelflanken en zanderige ondergrond. Voor gravelfietsen met schijfremmen en 32-38mm rubber met profiel. Tovert een glimlach op je smoel. De Kempense heuvelrug komt aardig in de buurt. De overtreffende trap: Noorwegen.

Categorie 4 is onversneden rock & roll. Dat wil zeggen: niet al te uitdagende singletracks, groffere grind- en bospaden met wortels, stenen en geulen. Geen terrein voor een racefiets. Maar wel een speeltuin voor gravelfietsen met ruimte voor banden van minimaal 35mm en idealiter 45mm breed. Feest!

Categorie 5 flirt met de MTB grens. Het ruwere werk. Wortelpassages, technische afdalingen en steile, rotsachtige bergpaden. De bovengrens voor gravelbikes. En dus zien we dikke banden (45-55mm), al dan niet in combinatie met beweegbare zadelpennen, verende voorvorken, bredere sturen en andere onderdelen uit de MTB wereld.

Ik trok de voorbije maanden op pad met gravelbanden die zich het meest thuis voelen op ondergronden uit categorie 2, 3 en (indien droog) 4: de Zipp G40 XPLR en de Specialized Pathfinder Pro. Beide banden zijn van Amerikaanse merken maar worden gemaakt in resp. Frankrijk en Thailand. De XPLR band is 40mm breed en weegt 480 gram. De Pathfinder meet 42mm en legt 540 gram in de schaal. Tubeless monteren was kinderspel bij de Zipp banden, maar lastiger bij de Specialized banden.

De verschillen tussen beide banden zijn verwaarloosbaar. De iets bredere Pathfinder is net iets vergevingsgezinder dan de Zipp band maar vertoont minder voorspelbaar rijgedrag in natte omstandigheden. De Pathfinder is op de weg dan weer iets stiller dan de Zipp band. Qua profiel hebben beide banden een gelaagde structuur met een egaal loopvlak voor zo weinig mogelijk rolweerstand en een iets agressiever noppenprofiel aan de buitenzijden voor grip en controle. Het zijn echter geen modderbanden. Klimmen op technisch terrein lukte me beter met de Zipp band dan met de Specialized band. Kortom, ik kan beide banden aanraden maar verkies de looks en de veelzijdigheid van de Zipp band.

Tom Van Hout

Schwalbe G-One R review

Hierbij een review van de Schwalbe G-One R gravelbanden door Tom Van Hout, waarvoor dank.

“Niet goedkoop, wel soepel, snel en veelzijdig: Schwalbe G-One R.

Noem een paar zaken die de derde pandemische winter draaglijker maken. Ik begin. In willekeurige volgorde (nou ja): een onverwachte vrijpartij, een goed boek, een streepje zon in november, verse soep, het knisperend geluid van gravel onder je wielen en buitenbanden van topkwaliteit. Wie op zoek is naar dat laatste, en bestand is tegen de verkoopprijs van zo'n 60 à 70 euro per band (slik), een advies: investeer in een setje Schwalbe G-One R gravelbanden.

Er is geen gebrek aan marketing, hete lucht en nonsens op de boomende gravelfietsmarkt maar sommige producten werken gewoon beter dan andere. Deze band is er zo een: soepel, snel, veelzijdig en betrouwbaar. En nog 'ns comfortabel ook. U merkt het, ik ben verkocht. De G-One R heet een wedstrijdband te zijn, maar die term is in de Lage Landen (nog) niet erg betekenisvol. Gravel wil zeggen onthaasten op twee wielen. Als er straks ook bij ons gravelraces worden aangekondigd, dan weet ik wel op welke banden ik aan de start verschijn.

Wat meer technische details? De G-One R bestaat in 40mm of 45mm uitvoering voor 700c wielen, het loopvlak heeft een alternerend profiel dat boemerang heet (In De Gloria!) maar vooral grip biedt in de bochten, snel rijdt op asfalt en ook in natte en slijkerige omstandigheden voorspelbaar gedrag vertoont. De banden zijn ontworpen om tubeless te monteren. Dat was kinderspel. De zijwanden zijn verstevigd, en het karkas is gelijkaardig aan de Pro One, de even prijzige als performante racefietsband uit het Schwalbe gamma.

Conclusie: test geslaagd.” (
Tom Van Hout)

En daar kan ik me alleen maar bij aansluiten, ik gebruik deze band zelf ook en ik ben het er mee eens: geweldig gerief ! Vooral de goede grip bergop offroad is me opgevallen, dat boemerang profiel bijt zich als het ware stevig vast in de ondergrond. Persoonlijk verkies ik bij deze band de 45 mm versie. (Erwin Van Gucht)

Verslag Grelly Social Ride

Een verslag van de Grelly Social Ride vanuit Bierbeek op 11 juli 2021, geschreven door en met dank aan Tom Van Hout. Ik was er zelf ook bij, toprit in topgezelschap !

“Moeder, waarom fietsen wij? Op grindpaden en boswegels? Door plassen en modderstroken? Omdat het zo plezant is, tiens! Op een stralende zondag tekenden zo’n 70 krijgers present in Bierbeek voor ‘la Conquista de Brabante Valón’. Een social ride uitgetekend en ad infinitum verkend door trackmaster Swaggy J, aka Joon, aka De Haas. Ingewijden weten wat dat betekent: pittig, wat zeg ik, grellig gravelen over twee afstanden: een begeleide versie van 85km en 1000hm (de kids tour) en een zelfgeleide versie van 135km en 1800hm (de Type 2 fun tour) - met voor de liefhebbers een optioneel lusje van 30km. Empirisch onderzoek op het terras van Feestzaal De Miester leerde dat niemand van de deelnemers dat optioneel lusje heeft gesmurfd. Toch bedankt, Jonathan!

En toen sprak Joeke de gelovigen toe en hij zei: ‘Grelly Cycling is geen professioneel evenementenbureau.’ Toet toet. Dat was er niet aan te merken. Een gedetailleerd roadbook, parkeergelegenheid op een boogscheut van de start, gummy bears en koffie bij het vertrek, een heerlijk glooiende en goed berijdbare route over het beste terroir van Vlaams- en Waals-Brabant, fotoservice en pechverhelping onderweg, à la minute klaargemaakt finger food en streekbier bij aankomst, op smaak gebracht met de pretentieloze gemoedelijkheid die van graveltochten zo’n volksfeest maken - en altijd wat aan In de Gloria doen denken. 

Gravel grinders zijn een prettig gestoorde verzameling van nationaliteiten, leeftijden en fietsen. In ons groepje zaten deelnemers uit Nederland, Turkije en het exotische Tienen. Fitte dertigers, fiere midlifers, flinke vijftigers en funky zestigers tekenden present. Onderweg zagen we afgezaagde stuurbeugels (‘ik gebruik die toch niet’) en fietsen met bijnamen als Jane, Lucy en Morelia. Vrijbuiters op dikke banden en met een even dikke glimlach. We leerden dat kip eigenlijk een groente is, de rijsttaarten in Chaumont-Gistoux heerlijk smaken, netels niet prikken als je op kop rijdt maar je dan wel vol in de vuurlinie zit van de eikenprocessierupsen en dat de gravel fiets de beste uitvinding is sinds de boterham met kaas. Op de voet gevolgd door de vochtige washandjes van Kruidvat. Dat spreekt. 

De eerste Grelly Social Ride was een schot in de roos. Gedeelde ervaringen, kleurrijke verhalen en gestolen momenten met gelijkgezinde zielen. Za-lig. Geef toe, er zijn foutere manieren om een zondag door te brengen. Duidelijk is dat hier veel werk, tijd en liefde in is gestoken. En de liefde is wederzijds. Team Grelly Cycling, one love! “ (Tom Van Hout)

Tufo Speedero review

Hierbij een review van de Tufo Speedero gravelbanden door Tom Van Hout, waarvoor dank.

“Ze komen uit Tsjechië, zijn vooral in veldritmiddens bekend, en bestaan nu ook in een 40mm tubeless graveluitvoering: Tufo gravelbanden. De Tsjechische fabrikant biedt twee versies aan: de Speedero en de Thundero. Knullige namen voor soepel en betaalbaar speelgoed. Ik mocht een Speedero setje proefdraaien. Dat is de snelle versie. Anders gezegd: een gravelband met een geconcentreerd noppenprofiel geschikt door droge bospaden, grindwegen, zand- en grasstroken en asfalt.

Het was geen cadeau om de banden te monteren. Een duimblaar later lagen ze op de 700c DT Swiss wielen. Gelukkig liep de tubeless montage een stuk vlotter: beide banden plopten mooi en met het zo geruststellende geluid in de velgrand. Op de weg valt de snelheid en lage rolweerstand op. Op geasfalteerde jaagpaden valt het nauwelijks op dat je met gravelbanden rijdt. Versnellen gaat makkelijk, de banden zijn geluidsarm, rollen zacht en soepel.

Op droge singletracks deed ik het aanvankelijk voorzichtig aan, maar de Speedero banden boezemen vertrouwen in. Een ideale combinatie lijkt me een Thundero vooraan en een Speedero achteraan. Zo'n combinatie (groffer profiel vooraan, sneller profiel achteraan) is in het mountainbiken standaard maar in het gravelsegment nog onbemind.

Tufo adverteert de banden als duurzaam en slijtvast. Het tegenovergestelde zou uiteraard verbazen, maar na een dikke 500km in wisselende omstandigheden, geef ik het Tsjechische merk het voordeel van de twijfel. Ondanks wat ruwer gravelen in Waals-Brabant, is het loopvlak zowel vooraan als achteraan onbeschadigd. En bovendien blijken de banden luchtvast, in tegenstelling tot bv. WTB gravelbanden. Kortom, de Tufo Speedero is een betrouwbare, vergevingsgezinde en betaalbare gravelband voor 700c wielen (een 650b uitvoering is voorlopig niet beschikbaar). Daar staat tegenover dat de achterband na een kleine 300km scheef trok. Eerst dacht ik dat mijn achterwiel een slag had gekregen, maar bij nazicht bleek het aan de band zelf te liggen. Een constructiefout, dixit Erwin.” (
Tom Van Hout)

DT Swiss GRC 1400 Spline review

Onderstaande korte review over de carbon DT Swiss GRC 1400 Spline gravel 700c wielset met Vittoria Terreno Dry tubeless banden werd me gemaild door een klant, waarvoor dank.

Deze hookless wielset met 240 naven bestaat zowel in 700c (28”) als in 650b (27,5”). Gewicht is 1.545 gr voor de 650b en 1.611 gr voor de 700c wielset.

De veldhoogte is 42 mm, de binnenbreedte 24 mm en de buitenbreedte 32 mm. Deze zijn tubeless ready.

terreno.jpg

“Kort samengevat is het een geweldige set, ik had eerlijk gezegd niet zo een duidelijk verschil verwacht. Het is net alsof ik over een luchtkussen glij. Het voelt aan alsof elk stukje route met deze wielset eenvoudiger en soepeler gereden kan worden, maar het lijkt zich toch ook in de gemiddelde snelheid te bevestigen. Qua comfort is deze set ook super, soepeler en meer gedempt op de kasseistroken en oneffen stukken.
De bandenset heeft ook prima grip in droge omstandigheden, onroad en alle soorten offroad die je hier kan vinden (bosgrond, veldweg, zand, kiezel, grind). Onroad bolt geweldig gezien het beperkte profiel. Enkel waar het zand wat dikker ligt voelt je soms heel even wat doorslippen achteraan. En wanneer je van verhard in een bocht offroad induikt voel je heel even de voor wat doorslippen, maar het ruwere zijprofiel neemt het dan meteen over om de nodige grip te verzorgen. De eerste keren ben je een fractie van een seconde even verrast, zonder dat het oncomfortabel wordt. Na enkele bochten weet je het en heb je vertrouwen in de band. Ik weet niet of het de band of de combinatie is, maar ik verlies wel snel bandendruk over enkele dagen stilstand, toch bijna 1 bar op 2 dagen wanneer ze op 3 bar staan. Dit is op beide banden zo. Afgezien van dit kleine laatste puntje, zeer tevreden over de set. En afgezien van de wat hogere prijs van de velgset, absolute aanrader.”

GRC 1400.jpg

Getest: Redshift verende stuurpen en zadelpen

In dit blog artikel deel ik graag mijn bevindingen van mijn tests met de Redshift verende stuurpen en zadelpen.

Redshift ‘dempende’ stuurpen

Eerst en vooral vind ik dat het eerder een ‘dempende’ stuurpen is dan een ‘verende’. Je kan niet zeggen dat deze echt gaat ‘veren’. Dit is zeker niet negatief bedoeld, in tegendeel, ik vind dit eerder positief. Schokken worden als het ware deels weg gefilterd door de dempende ‘kussentjes’ die zich in de stuurpen bevinden. Het is vooral op kasseistroken dat je de efficiëntie van de stuurpen ten volle ervaart. Ik vind deze Redshift dempende stuurpen een echte aanrader en ik zal die dan ook zelf blijven gebruiken, zowel op mijn stalen gravelbike als op mijn carbon crossfiets. Op mijn klimfiets ga ik deze stuurpen niet zetten, enerzijds omdat het niet echt nodig is en anderzijds omdat deze toch wel wat zwaarder weegt dan een gewone stuurpen. De beschikbare lengtes zijn: 90, 100, 110 of 120 mm. Je hebt er een +/- 6° en een +30°. Gewicht is +- 250 gram. Prijs is 179,90 euro.

Redshift ‘verende’ zadelpen

De Redshift verende zadelpen is mooi afgewerkt en zorgt ervoor dat alle schokken netjes opgevangen worden. Je kan deze zacht of heel strak afregelen naargelang hoe je het zelf wenst, met 1 of 2 veren. Ik vind vering in een zadelpen enkel aangenaam als ik ze heel strak kan afstellen zodat ze niet bij de minste oneffenheid gaat ‘veren’. Helaas weeg ik rond de 100 kg en zelfs indien ik deze op zijn maximum strak afregel, beweegt ze nog te veel naar mijn zin. Dus ik vind dat deze zadelpen heel goed werkt, maar misschien beter voor personen met minder gewicht. Deze zadelpen weegt 500 gr en dat is natuurlijk ook meteen heel wat extra gewicht. Maar als je dat niet erg vindt, moet ik zeggen dat deze wel voor heel wat extra comfort zorgt en de moeite waard is om aan te kopen. Prijs is 234,95 euro.

Snel op en naast de weg: Continental Terra Speed gravelbanden

Een review geschreven door Tom Van Hout, waarvoor dank:

“Een gravelband is de naam pas waardig als hij aan minimaal drie criteria voldoet. De band moet zowel op de weg als ernaast soepel bollen, hij moet stoot- en lekvast zijn met - en zeker zonder - binnenbandjes en hij moet duurzaam zijn. Ik kreeg de kans om via gravelbike.be een setje Terra Speed banden in 40mm uitvoering te testen. Ik monteerde ze tubeless op een 25mm brede aluminium schijfremvelg en trok ermee op pad tijdens de voorbije wintermaanden.

De Terra Speed doet wat hij belooft: soepel, snel en desnoods hard gaan op verschillende maar bij voorkeur droge ondergronden. Op de weg maken de banden een geruststellend maar niet storend zoemend vaatwasgeluid dankzij de ovalen nopjes op het loopvlak. Op droge grind- en veldwegen zorgen de iets grotere noppen aan beide zijden voor grip in de bochten, zelfs in de sneeuw (bij lage snelheden). Bij slijk en modder schieten de banden tekort maar daarvoor zijn ze niet gemaakt. Dit is een band voor woon-werkverkeer, speelse weekendritten op stoffige grindpaden of prestatiegerichte krachtexplosies op offroad Strava segmenten.

Ook op het vlak van gebruiksgemak heeft Continental zijn zaken op orde. Tubeless montage lukte zowaar met een voetpomp zonder gekledder met antilekvloeistof. En ook geen poreuze zijwanden met deze bandenset. Een verademing. Bij sommige tubeless ready banden blijft montage met behoud van levenslust een wensdroom. Eenmaal gemonteerd en opgepompt (tot max. 5 bar volgens de fabrikant maar alles tussen pakweg 2,5 en 4 bar is meer dan voldoende in de 40mm uitvoering), biedt de zogenaamde ProTection lekbescherming zekerheid. Met 420g heeft de Terra Speed  een aanvaardbaar gewicht voor een gravelband. 

Ik heb er een kleine 500 testkilometers op zitten in, nou ja, variabel winterweer en ondergronden. Regen, sneeuw, modderpartijen, kasseien, holle wegen, de onvermijdelijke Vlaamse steenwegen en fietspaden. Van enige schade aan het loopvlak is nog geen sprake maar dat is een kwestie van tijd (en rijstijl). Wel viel op dat de nopjes achteraan sneller slijten dan vooraan en dat de achterband vaker bijgepompt moest worden. Voorlopig lijken de Terra Speed banden iets duurzamer dan de Schwalbe G-One gravelbanden. Die zijn minstens even snel en soepel maar minder robust. Beide banden vallen in hetzelfde prijssegment: de adviesprijs voor de Terra Speed banden is 59,95 euro. Dat is niet goedkoop maar je krijgt er een even betrouwbare als voorspelbare gravelband voor terug.

Voor nattigheid, modderklieven of Ardeense single track is meer profiel wenselijk, maar waar deze banden zich het best toe lenen is pure vrijheidsbeleving: rijden waar je wilt. De essentie van gravelfietsen. Dat lukt prima met deze oerdegelijke Continental bandenset.”

Een design met een verhaal

Hier graag het verhaal achter het knappe design van Jan Roothooft, met dank aan Jan om me dit te bezorgen.

(klik op de afbeeldingen om te vergroten)

“Ik heb in 2020 voor het eerst van het bike-packing avontuur geproefd door de “Ardennes Arbalète” te rijden en dat is me goed bevallen. Het verslag ervan kan je hier bekijken: Youtube.jan

Het is een droom van mij om ooit eens Cuba te doorkruisen met de fiets via “La ruta mala”, een bike-packing route door het land waar ik tot nu toe nog altijd de mooiste herinneringen aan koester. Op deze route is het design gebaseerd van mijn allereerste gravelbike. De ster vooraan is hét symbool van de revolutie, ondertussen wel met een hoekje af ;-) De hoogste berg van Cuba: de Pico Turquino is 1974m hoog, het toeval wil dat dit ook mijn geboortejaar is. Vandaar dat dit getal een prominente plaats heeft gekregen op de fiets, tussen de hoogtelijnen. Deze berg wordt ook Montana del cielo genoemd. De top van de Pico Turquino zit niet in het traject van La Ruta mala maar hier wil ik gerust een ommetje voor maken ;-) Nog een leuk weetje: iedereen weet waar hij zich bevond bij de aanslagen van 9/11. Wij (mijn vrouw en ik) waren toen het rummuseum in Santiago de Cuba aan het bezoeken. Cuba is authentiek, fotogeniek, groen, zon, gastvrij, muziek,... Kortom de ideale ingrediënten voor een geslaagd bike-packing avontuur.

Waarom de kleur groen? Groen geeft vooral een associatie met nieuw leven, jong, fris en vers, en verder met prilheid en natuurlijkheid. Het is ook de kleur van de HOOP en de VREDE. Turkooisgroen komt veel voor in de Cubaanse ongerepte natuur.”

Wielen, hoe groter hoe beter?

In deze blog post wil ik het hebben over de voor- en nadelen van verschillende maten van wielen. Eerst wat meer informatie over de diverse afmetingen en benamingen van wielen:

• 26” (inch) wielen = velgen met diameter 559 mm (is ETRTO maatvoering)

• 27,5” = 584 mm = 650b (is Franse maat)

• 28” (of 29”) = 622 mm = 700c

De velgen van 28” en 29” wielen zijn even groot. Je spreekt van 29” wielen wanneer je band 50 mm of meer is.

Een jaar of 10 geleden deden 29” wielen hun intrede in het mountainbiken, iets wat nu grotendeels de norm is. De 26” wielen zijn momenteel zo goed als verdwenen. Ik denk niet dat er nog veel nieuwe mountainbikes gemaakt worden met 26” wielen, met uitzondering van erg kleine mountainbikes of kinderfietsen.

Het voordeel van 28/29” wielen (of van grotere wielen in het algemeen) is dat hoe groter het wiel hoe minder stijl de hoek om over een hindernis te geraken, dus hoe gemakkelijker. Grotere wielen zijn ook gemakkelijker op snelheid te houden, vooral op het vlakke. De veel kleinere 26” wielen zijn dan weer meer wendbaar, ze maken een snellere acceleratie mogelijk maar ze zijn ook wel iets ‘nerveuzer’.

Kan je dan stellen dat je met 27,5” wielen het beste van 2 werelden combineert? Ik vind 27,5” wielen persoonlijk gemakkelijker en aangenamer offroad. Maar ze zijn toch nog net iets lastiger/trager op het vlakke, vooral op de weg. Uiteraard speelt ook het profiel van de band hierin een belangrijke rol. En ik heb eerlijk gezegd nog niet met slicks op 27,5” wielen gereden. Daarnaast kan je met 27,5” wielen bredere banden monteren op de meeste framesets, wat dan soms wel een voordeel is. Persoonlijk vind ik ook dat ik meer controle heb offroad met de 27,5” wielen.

Hier en daar zijn er fietsmerken die een model standaard aanbieden met 27,5” wielen, maar 28” is ook in het gravelbiken nog wel de norm naar mijn aanvoelen.

Wat ik ideaal vind? Zorg ervoor dat 2 setjes wielen hebt: een 28” wielset met banden met weinig profiel voor je ritten die overwegend op de weg zijn en een 27,5” wielset met banden die wat meer profiel hebben voor je échte offroad ritten.

Maar uiteindelijk komt het erop neer dat je kiest voor waar jij je het beste bij voelt, los van alle normen of standaarden die de ronde doen.

Bereken je snelheid en kies zo jouw 1x

Je gaat voor een gravelbike met één kettingblad vooraan (‘one by’), maar je weet niet goed welk voorblad en welke cassette je best kiest? Wat kan helpen is om je snelheid te berekenen op basis van aantal omwentelingen, tanden kettingblad en cassette kroontje. Laat ons eens kijken naar een voorbeeld.

We kiezen voor een redelijke ‘standaard’ Shimano GRX 1x11 groep met kettingblad 40T en cassette 11-42. De ideale trapfrequentie (aantal pedaalomwentelingen per minuut) voor een doorsnee medium getrainde fietser is 85 à 95 rpm. De wielomtrek bij 42 mm banden is ongeveer 2,215 meter (afhankelijk van type velg).

(1) Berekening snelheid bij 40 kettingblad met 11 cassette kroontje en trapfrequentie 90 rpm*:

  • de versnelling is kettingblad gedeeld door cassette kroontje: 40 / 11 = 3,636

  • de afgelegde afstand na één omwenteling is wielomtrek maal versnelling: 2,215 x 3,636 = 8,054 meter

  • de afgelegde afstand per minuut: 8,054 x 90 (cadans) = ca. 725 meter

  • dat is dus in km/uur: 725 x 0,06 = 43,5 km/u

(2) Berekening snelheid bij 40 kettingblad met 42 cassette kroontje en trapfrequentie 70 rpm*:

  • de versnelling is kettingblad gedeeld door cassette kroontje: 40 / 42 = 0,952

  • de afgelegde afstand na één omwenteling is wielomtrek maal versnelling: 2,215 x 0,952 = 2,109 meter

  • de afgelegde afstand per minuut: 2,109 x 70 (cadans) = ca. 148 meter

  • dat is dus in km/uur: 148 x 0,06 = 8,9 km/u

Conclusies

  • Wil je sneller kunnen gaan dan 43,5 km/u, dan moet je ofwel kiezen voor een groter kettingblad ofwel voor een cassette met een kleiner kroontje onderaan.

  • Wil je trager kunnen klimmen, dan moet je ofwel kiezen voor een kleiner kettingblad ofwel voor een cassette met een groter kroontje bovenaan.

  • Wil je beide voorgaande opties, dan kan je bvb. kiezen voor een 9-45 cassette in combinatie met een 38T kettingblad, hiermee haal je bij (1) een snelheid van 50 km/u en bij (2) een snelheid van 7,8 km/u. Nadeel hier is dat het de sprongen tussen de kroontjes wel vergroot.

Niet onbelangrijk is dat je bij de Sram eTap Force AXS ‘Mullet’ 1x12 groep nog veel meer keuze hebt qua cassettes en dus ook qua bereik. Bij 1x11 zal het ‘uiterste’ dat je kan plaatsen zowat 9-45 of 10-46 zijn. Bij deze 12 speed groep daarentegen kan je gaan tot 9-52 wat toch nog een groot verschil is.

Nog ter info: omtrek wiel rekening houdend met bandenmaat:

700C x 33 mm = 2155 mm

700C x 38 mm = 2192 mm

700C x 42 mm = 2215 mm

700C x 47 mm = 2245 mm

*rpm = revolutions per minute

_JWS6656.jpg

De geometrie van een gravelbike

In dit artikel probeer ik je wegwijs maken in de geometrie van de gravelbike door wat meer info te geven over enkele van de belangrijkste maten.

STACK geeft aan hoe diep je op een fiets zit, dus hoe hoog of laag je stuur komt te staan (zonder rekening te houden met spacers onder de stuurpen wel te verstaan). REACH geeft een indicatie over hoe gestrekt je op een fiets zit, op hoeveel afstand je stuur komt (zonder rekening te houden met de lengte van de stuurpen). Met een kortere reach en een hogere stack (zoals bij de meeste gravelbikes) zit je in meer relaxe positie op de fiets.

De WIELBASIS van een gravelbike is over het algemeen iets langer dan deze van een racefiets, dit om meer stabiliteit te creëren.

Een kortere ZITBUIS maakt het frame meer ‘sloping’ (bovenbuis loopt meer naar beneden vanaf de balhoofdbuis gezien). Mijn ervaring is dat een kortere zitbuis je gravelbike iets sportiever en reactiever maakt, en het is wel handig bij het afstappen. Een meer horizontale BOVENBUIS maakt de gravelbike naar mijn gevoel stabieler maar mischien net iets minder wendbaar.

De BALHOOFDBUIS van een gravelbike is vaak langer en de hoek is iets schuiner om meer ontspannen te sturen en een rechtere zithouding te creëren. Maar dit is erg afhankelijk van model tot model.

Uiteraard doet iedere fabrikant z’n zin inzake geometrie, er zijn geen te volgen richtlijnen. Dus dat maakt dat er grote verschillen op te meten vallen tussen verschillende gravelbikes. Voor ieder wat :-)

Hier nog een vergelijking in maten tussen diverse modellen gravelbike / cyclocrosser / racefiets:

REVIEW NINER MCR 9 RDO

Hierbij een korte review na 700+ kilometer gereden te hebben met de Niner MCR 9 RDO. Eerlijk gezegd was het toch even wennen om te rijden met deze dubbel geveerde gravelbike, want ik hou niet zo van vering op een fiets. Het was daardoor niet evident om het testen van deze MCR onbevooroordeeld tegemoet te treden.

niner mcr 9 rdo 2.jpeg

Dit gezegd zijnde wil ik wel direct duidelijk zijn over één feit: deze Niner MCR 9 RDO is GEEN mountainbike. De geometrie en de vering zijn absoluut gravel-gericht. Dat was me al duidelijk na 5 minuten op de fiets.

Ik heb deze MCR opgebouwd met een Sram Force 1x11 groep. Achteraan een 10-42 cassette en vooraan een Wolftooth 36 tanden blad. Waarom 36? Ik vind 1 op 1 wel aangenaam voor het klimmen en dan heb ik nog dat extra 42 kroontje voor als het echt zwaar wordt. Ik heb ook gekozen voor de ‘basisopbouw’ die op m’n site te vinden is om te zien wat dit geeft qua gewicht. Ik kom uit op exact 11 kg (zonder pedalen), wat nogal meevalt vind ik zelf. Ik denk dat ik die met een lichte wielset en wat lichtere (lees: ook duurdere) onderdelen wel onder de 10 kg kan krijgen. Helaas moet je toch snel 100 euro meer neertellen per 100 gr minder. 

Wat de vering betreft, deze kan je perfect afstellen (lees: lucht bijpompen of lucht aflaten) afhankelijk van je gewicht of hoe ‘straf’ je die wenst. Ik weeg 97 kg, dus ik heb wel wat lucht moeten bijpompen. Ik heb wel gemerkt dat het nog een verschil geeft of het buiten heel koud of heel warm is, dus misschien in de zomer een klein beetje lucht ‘aflaten’. Tevens kan je de achtervering afzetten, de voorvering kan ook af, op halve kracht en kan ook nog verder afgeregeld worden. Dus daar heb je wel wat mogelijkheden en ik moet zeggen dat de vering me aangenaam verrast heeft. Zelfs op de weg laat ik deze graag opstaan.

Wat me ook heel snel duidelijk was is dat dit een bijzonder comfortabele gravelbike is. Alle oneffenheden worden perfect opgevangen door de vering. Vooral de achtervering vind ik heel aangenaam. Zelf heb ik wel wat last van m’n rug en nek, vooral de dagen na een wat lange of zwaardere rit. Ik heb met deze MCR één langere rit van 130 km gereden, waarvan meer dan de helft offroad, en ik merkte toch een groot verschil, ik had veel minder last in m’n rug en nek. 

Qua wendbaarheid vind ik hem wel wat ‘trager’ dan de Niner RLT 9 RDO, zeker in het begin was het even wennen. Maar ik ben dan ook geen vering gewoon en technisch wat minder onderlegd. Ik vermoed dat iemand die technische erg bekwaam is veel meer uit deze fiets kan halen dan ik. Maar qua wegligging en grip voel ik wel dat de MCR een streepje voor heeft op een gravelbike zonder vering.

Mijn conclusie: Rij je vooral lichte gravel en weg, dan zou ik deze persoonlijk niet kopen maar eerder kiezen voor de Niner RLT 9 RDO. Ben je op zoek naar een ‘extra’ comfortabele gravelbike of ben je van plan veel technische parcours te doen, dan is de MCR zeker iets voor jou. Zonder twijfel een unieke gravelbike.

Review Sram Force eTap AXS

In dit artikel sta ik stil bij de Sram Force eTap AXS groep, die ik uitvoerig getest heb sinds mei 2019. 

Disclaimer

Om mijn persoonlijke bevindingen beter te ‘kaderen’, eerst deze disclaimer vooraf: ik ben een naar mijn mening medium getrainde fietser van 48 jaar, ik ben 1m73 en weeg 97 kg. Ik rij ongeveer 60% op de weg en 40% offroad, liefst van al bergop en graag langere of meerdaagse tochten wanneer ik er de tijd voor heb. In de winter neem ik voor het plezier deel aan de cyclocross wedstrijden van de ‘WielerVrienden Zennevallei’. Ik reed in 2019 een kleine 6500 km (49.000 hoogtemeters). Dit is helaas minder dan andere jaren, te wijten aan een druk werkjaar. Ik rij meestal ‘relax’ in goed gezelschap, maar af en toe ook eens graag ‘op het scherp van de snee’. 

Ik heb de Sram Force eTap AXS groep zelf gebruikt/getest op verschillende gravel en cyclocross fietsen in deze configuraties sinds mei 2019:

  •  2x12, crank 46/33T met cassette 10-33 en flat-top ketting

  •  1x12, crank 36T met cassette 10-33 en flat-top ketting

  •  1x12, crankarmen Force (11 speed) met direct mount MTB Eagle 12 speed kettingblad 30T met cassette 10-33 en flat-top ketting

  •  1x12 ‘Mullet’, crank 40T met achterderailleur X01 Eagle AXS, e*thirteen cassette 9-46 én met Eagle ketting (geen flat-top ketting gebruiken!)

Algemeen

Alvorens in de gaan op mijn ervaringen met de verschillende configuraties, hier enkele algemene bevindingen over deze groep.

De werking van de shifters is heel eenvoudig en logisch: de linker shifter schakelt lichter en de rechtse schakelt zwaarder. De shifters voor 1x en 2x zijn identiek. Wanneer je ze beiden samen aanraakt, wisselt de voorderailleur van positie. Bij een 1x12 kan je deze combinatie gebruiken om de draadloze Rockshox Reverb AXS dropper-post te bedienen. De shifters liggen erg goed in de hand, met voldoende grip, ook bij regen of modder. 

De hydraulische remmen geven meer dan genoeg remkracht en je kan mooi gedoseerd remmen. Tevens kan je de remkracht aanpassen met een regelvijs, wat erg handig is. Persoonlijk raad ik aan 2x 160 mm schijven te gebruiken, ik heb nog nooit iemand horen klagen van teveel remkracht maar wel al van te weinig. Ook de positie van de hendels kan je aanpassen, meer naar voor of naar achter. De hogere bovenkant aan de shifters is leuk om vast te nemen als extra positie tijdens bijvoorbeeld het klimmen en handig om er niet af/over te schuiven tijdens bijvoorbeeld het cyclocrossen. 

Het finetunen van de achterderailleur is gemakkelijk, je kan via een topje op je shifter deze 0,5 mm naar links of naar rechts verplaatsen. De app voor de configuratie van de onderdelen is gemakkelijk en heeft enige meerwaarde, vooral bij de 2x12, maar niet in die mate dat ik deze onmisbaar zou durven noemen. 

De wegwerp batterijtjes in de shifters staan bij mij nog steeds op ‘groen’, volgens Sram gaan ze tot 2 jaar mee. De oplaadbare batterijen in de voor- en achterderailleur moet je opladen om de +- 800 km, heb ik gelezen, ik heb dit eerlijk gezegd nooit bijgehouden. Je kan de stand van de batterijen zowel in een app als op de onderdelen zelf controleren.

Voor de Sram 12 speed weg/gravel cassettes heb je wel een wiel nodig met een XDR body, erg gemakkelijk te monteren (toch op de DT Swiss wielen die ik gebruik). Deze cassettes passen ook op een XD body, maar dan moet er een spacer van 1,85 mm onder. Gebruik je cassettes van andere merken (kan enkel bij de ‘Mullet’ versie), dan is dit bij sommige cassettes niet nodig.

De Orbit technologie in de Force achterderailleur zorgt voor extra ‘weerstand’ zodat je ketting niet teveel gaat ‘klapperen’ wanneer het er wat ruw aan toe gaat. Ook tijdens zware gravel of cyclocross ritten werkt deze prima. 

De groep in het algemeen blijft goed werken, ook in moeilijke omstandigheden. Ik kan eerlijk gezegd niets negatiefs schrijven over de werking of over de onderdelen. De Force eTap groep is een pak goedkoper dan de Red variant en is volgens mij een echte meerwaarde op je fiets.

2x12, crank 46/33T en cassette 10-33

Ik heb met deze combinatie redelijk wat kilometers gereden op verschillende fietsen en in diverse omstandigheden, zowel op de weg als offroad. Het schakelen gaat probleemloos en vlot. Ik lees al eens dat de voorderailleur wat problemen geeft bij Sram, maar ik heb daar zelf niets van gemerkt. Ik denk dat de voorderailleur perfect werkt als je de tijd neemt om deze goed af te regelen. Qua bereik vind ik deze groep ideaal voor op de weg in combinatie met lichte gravel. Voor mij is de 33-33, dus een 1 op 1 combinatie ideaal om op elke beklimming comfortabel boven te geraken. Wel mis ik bij zwaardere offroad beklimmingen de mogelijkheid om nog een tandje lichter te schakelen. Jammer dat er bij deze groep geen 10-36 cassette mogelijk is of bestaat, dat zou werkelijk perfect geweest zijn. Maar misschien komt dat nog? 

Nog ter info: naast de 46/33 crank is er ook een 48/35 versie. En er is ook een 10-26 en 10-28 cassette in deze 12 speed groep. 

1x12, crank 36T en cassette 10-33

Een leuke combinatie voor op de weg of tijdens graveltochten voor de liefhebbers van een 1x of ‘one by’ groep, met één kettingblad vooraan. Ik vind deze combinatie wel minder geschikt voor lange zware (offroad) beklimmingen, wegens te zwaar voor mij. Deze opstelling zorgt wel voor een aanvaardbaar bereik bij 1x (330%) en voor kleine stappen tijdens het schakelen. En maak je zeker geen zorgen om je snelheid, de 36-10 combinatie is voor de meeste amateurs méér dan genoeg. Enkel in een snelle afdaling of als je graag eens écht doorrijdt op het vlakke zal je wel een moment tegenkomen dat je niet meer kan bijtrappen. Ik heb deze combinatie ook getest tijdens cyclocross wedstrijden maar dat is ook voor mij te zwaar trappen. Ben je sterk genoeg om deze ‘rond’ te krijgen of ben je niet zinnens om veel te gaan klimmen? Dan kan deze groep iets voor jou zijn. Ook hier bijzonder spijtig dat er geen 10-36 cassette is, want dat zou volgens mij voor een bepaalde groep fietsers perfect zijn.

Nog ter info: naast het 36 tanden kettingblad bestaan deze ook: 38, 40, 42, 44, 46 en 48. Opgelet, op de meeste gravelfietsen kan je tot 44 tanden gaan maar 46 of 48 passen niet altijd. Momenteel bestaan er nog geen kleinere kettingbladen dan 36T voor op de originele crank en met een flat top ketting, maar ik weet dat sommige fabrikanten zoals Wolf Tooth en AbsoluteBlack hier mee bezig zijn dus dan komt nog wel, vermoedelijk ergens deze zomer. 

1x12, crankarmen Force 11 speed met Eagle kettingblad 30T en cassette 10-33

Een leuke ‘hack’ voor diegenen die graag ‘licht’ trappen en niet op zoek zijn naar absolute snelheid. Ideaal als gravel/CX groep voor iets zwaardere of minder sterke fietsers die graag een vlotte cadans blijven draaien in alle omstandigheden en willen blijven ‘genieten’ van de kleinere stappen op deze cassette. Ik heb deze combinatie gebruikt tijdens de meeste van m’n cyclocross wedstrijden. Het gebeurde enkele keren dat de ketting er af viel wanneer ik achteraan op het grootste 33T kroontje zat. Aangezien dit maar enkele keren voorkwam, vermoed ik dat het kwam door de dikwijls zware omstandigheden (modder en graskluiten) en dus niet te maken heeft met de combinatie van deze onderdelen.

Nog ter info: Deze combinatie kan ook met 32T of 34T Eagle kettingblad. Een Eagle MTB crank kan, maar zou ik afraden omdat deze breder is.

1x12 ‘Mullet’, crank 40T en cassette 9-46

De ‘Mullet’ is geen groep op zich, maar een combinatie van elektronische weg en MTB onderdelen. Bij Sram kreeg deze de leuke bijnaam “business up front, party in the back”. Deze groep heb ik als laatste getest en er dus het minste aantal kilometers mee gereden. Dit gezegd zijnde was het wel onmiddellijk ‘liefde vanaf de eerste rit’. De X01 Eagle achterderailleur maakt toch nog wel een verschil. Deze zorgt voor een extra strakke ketting, wat leuk is, zeker bij het offroad rijden. De e*thirteen 9-46 cassette in combinatie met een 40 tanden kettingblad geeft meer dan genoeg snelheid en zorgt ervoor dat je ook de zwaarste klim kan doen. Qua bereik dus perfect, enkel zijn de stappen soms wat groot tussen de diverse cassette kroontjes, wat wel vervelend kan zijn als je graag ‘op het scherp van de snee’ rijdt. Voor de eerder ‘relaxe’ fietsers is dit uiteraard geen issue. Deze combinatie schakelt werkelijk perfect, snel en stil. 

Nog ter info: wat betreft de cassette heb je heel wat mogelijkheden. Er is de originele Sram Eagle 10-50 cassette, maar 50 tanden vind ik persoonlijk toch wel wat van het goeie te veel. Rotor heeft nog twee interessante alternatieven: 11-39 (eventueel ideaal bij een 36 tanden kettingblad) en 11-46. Deze zijn naar het schijnt (ik heb ze nog niet gebruikt) bijzonder goed maar wel duur. Wil je een extreem groot bereik, dan heb je nog de 9-50 cassette van e*thirteen. Ook tal van andere merken hebben passende cassettes in hun aanbod, zoals onder andere Sunrace, KCNC, Garbaruk, Leonardi Racing, Ingrid…

Mijn conclusie

Indien ik er slechts één zou mogen kiezen voor alle ritten die ik doe, dan gaat mijn voorkeur zonder twijfel uit naar de 1x12 ‘Mullet’ groep. Het 1x gebeuren kan me hoe langer hoe meer bekoren, zeker bij (deels) offroad ritten vind ik het heel aangenaam om hiermee te rijden. Maar dit is dus een gevoelsmatige en eerder subjectieve keuze.

Puur objectief gezien zou ik de 2x12 aanraden voor fietsers die ‘prestatie gericht’ rijden en de 1x12 voor diegenen die eerder ‘relax’ rijden. Ook voor minder sterke of zwaardere fietsers die ook wel wat bergop willen rijden of voor vakantiefietsers (die veel bagage meedragen) zou ik de 1x12 willen aanraden, dan wel zeker in de ‘Mullet’ versie. Dit omdat je deze groep kan opbouwen met een héél groot bereik. Om te vergelijken, bij een 9-50 cassette heb je een bereik van 556%. Bij een 46/33 crank met een 10-33 cassette heb je een bereik van 460%.

Dus als je wil gaan voor een Sram Force eTap groep, bekijk dan eerst goed welke ritten je ermee plant te doen, welk type fietser je bent en hoe sterk/zwaar je bent om een juiste keuze te kunnen maken. Bij vragen, adviseren we je graag.

Gravel Epic

Gravelbikes zitten in de lift. Bijna alle merken hebben een of meerdere gravelfietsen in hun assortiment opgenomen. Daarnaast zie je ook een grote toename aan gravelevents. En dan heb je nog een reeks (ex)profrenners die zelf actief zijn als gravelbiker en op die manier reclame maken.

Voor mij is het simpel. Ik kan hoe langer hoe meer genieten van een prachtige en dikwijls erg uitdagende rit door de natuur op een comfortabele gravelbike. Een paar uur rijden zonder veel huizen of auto’s tegen te komen, het heeft wel wat. Je moet vaak niet al te ver gaan om een mooie gravelrit te rijden. Daarnaast  zijn er uiteraard tal van locaties die wat meer tot de verbeelding spreken.

En dat brengt ons bij de ‘Gravel Epic’, een uitdaging voor gravelfietsers met epische routes op adembenemende bestemmingen! Gravel Epic is een nieuwe organisatie met als kernwaarden: uitdagingen, zelfontdekking, vriendschap en natuur... en dat spreekt me persoonlijk erg aan.

Gravel Epic organiseert een race serie voor gravel fietsers, maar laat je zeker niet afschrikken door het woord ‘race’. Doe je gewoon mee voor het plezier, met wat vrienden op zoek naar een unieke ervaring of om mensen met gelijklopende interesses te ontmoeten, dan is dat zeker genoeg reden om deel te nemen. Het zijn uiteraard wel uitdagende tochten, dus wat conditie opbouwen is aan te raden.

Maar gelukkig biedt elke race voor de iets minder getrainden onder ons telkens twee afstanden: de “Epic Course” en de “Exploration Course”. De “Epic Course” is de hoofdrace voor de doorwinterde racer, af te leggen in gemiddeld 10 uur. De “Exploration Course” is voor getrainde sportievelingen die wellicht wat minder afstand in de benen hebben. De route is korter en is net iets minder technisch, maar het is nog steeds een uitdagende tocht. Je kan indien je wenst ook deelnemen met een mountainbike, maar dan kan je niet meedoen aan de eigenlijke wedstrijd, die is enkel voor gravelbikes.

Maar er zit dus ook een ‘race’ aspect in, en om dit spannend te maken zijn er punten te verdienen tijdens de vier ritten. Binnen elke leeftijdscategorie zal de top drie gekroond worden als ‘Gravel Epic Queen’ en ‘Gravel Epic King.’ Deze winnaars krijgen onder meer een gratis deelname aan alle races van het nieuwe seizoen om hun titel te verdedigen.

De 4 ritten:

De eerste rit op 29 maart 2020 is een ultieme kans om het prachtige en exotische Marrakesh in Marokko te beleven vanuit een luxueus kampement aan de voet van het Atlasgebergte. Het parcours strekt zich uit over woestijnvelden tot de majestueuze Atlasbergen, het hoogste gebergte van Noord-Afrika dat tot 4.000m hoogte reikt. Na een zware maar geweldige beklimming volgt een afdaling naar groene valleien, waarna het gebergte wordt verlaten en de zonsondergang tegemoet wordt gereden via de Agafay woestijn. 

(klik op de foto’s om te vergroten)

Fantastische gastronomie, heerlijke wijnen en prachtige landschappen staan je op te wachten tijdens de tweede race op 3 mei 2020. De vulkaan van de Etna domineert hierbij het Siciliaanse landschap. Na een 15 kilometer lange beklimming volgt een serie van kleinere afdalingen, opgevolgd door extra kort klimwerk. Daarna zal het uitdagende parcours zich voortzetten door prachtige oude wouden die afgewisseld worden met woeste lavavelden, een dramatisch contrast. Nabij de top van de vulkaan, op 1.800m hoogte, is het soms zelfs mogelijk dat de deelnemers de vulkaan horen rommelen. Zonder twijfel een uitdagende en prachtige rit in een uniek landschap.

(klik op de foto’s om te vergroten)

Op 7 juni 2020 trekt de Gravel Epic naar het Triglac National Park in de Juriaanse Alpen in Slovenië, net buiten Bled met het wereldberoemde meer. Een droom voor wegcoureurs, mountainbikers, en nu ook voor gravel racers. Bijna tweehonderd kilometer aan spectaculair uitzicht, prachtige beklimmingen en snelle afdalingen, de perfecte mix tussen asfalt en bospaden. Het geluid van verkeer en de stad verdwijnen snel, binnen de kortste keren zullen de gravel racers niets anders horen dan rollende banden en draaiende kettingen tijdens deze race door de adembenemende wildernis. Onderdeel van de uitdaging is om niet uit concentratie of van het parcours te geraken zodra nieuw oogverblindend natuurschoon opdoemt na elke bocht of klim.

(klik op de foto’s om te vergroten)

De laatste race vindt plaats op 20 september in Girona, Spanje. Maar weinig locaties brengen zoveel emotie teweeg bij fietsers van alle categorieën als het fiets-mekka Girona. Deelnemers zullen zelf ondervinden waarom zoveel professionele wielrenners en voormalige profs Girona als hun thuisbasis hebben gekozen. Tegenwoordig komen steeds meer fietsers uit alle delen van de wereld naar de regio om de gevarieerde gravelroutes te ervaren. Na een kort stuk asfalt uit de stad, gaat het race parcours langs oude middeleeuwse ruïnes, door historische dorpjes, naar uitgestrekte verlaten boeren wegen. De eerste post met eten en drinken staat opgesteld naast een oude Iberische kerk na de eerste grote klim van de dag. Racers zullen hier weer energie hervinden terwijl ze het adembenemede uitzicht op de bergen van Noord-Catalonië in zich opnemen.

(klik op de foto’s om te vergroten)

Klinkt ronduit geweldig denk ik dan. Wil je ook graag deelnemen aan een of meerdere races van de Gravel Epic? Via de code “gravelbike” krijgen de eerste 10 inschrijvers 25% korting. Meer info over Gravel Epic kan je vinden op: gravelepic.com

En dan nog dit: Gravel Epic bepekt zich niet tot alleen de race, maar de weekenden zijn ook uitermate geschikt voor partners, vrienden en familie! Ook voor diegene die niet geïnteresseerd is in het bijwonen van de gravel race wordt een uitgebreid pallet aan ontdekkingen geboden om het weekend onvergetelijk te maken voor iedereen!

(Gravel)Fietsen voor het goede doel met Broederlijk Delen

Ook dit jaar zetten we ons in voor het goede doel. We nemen deel aan ‘Dwars door Drie Landen’, een gloednieuw fietsevent van Broederlijk Delen, een organisatie die zich inzet voor een duurzame wereld zonder ongelijkheid. Deze tweedaagse fietstocht vindt plaats in het eerste weekend van oktober rondom het Drielandenpunt, een mooie en uitdagende regio die relatief dichtbij ligt. 

Traditioneel kan je bij de Dwarsfietsevents van Broederlijk Delen kiezen tussen een weg- of een MTB-route. Dwars door Drie Landen gaat voor een primeur door uit te pakken met een gravelroute als derde optie. Drie verschillende parcours, telkens aangeboden in een lange of korte etappe, die niet in schoonheid moeten onderdoen voor elkaar.

Net zoals bij de andere Dwarsevents van Broederlijk Delen engageert elke deelnemer zich om sponsorgeld in te zamelen voor de werking in het Zuiden. Een sportieve uitdaging koppelen aan een goed doel, een supercombinatie. Wil je ons sponsoren? Dat kan via deze link: dwars-door-drie-landen-2020/gravelbike.

Interesse om ook mee te fietsen? Kijk snel op www.dwarsdoordrielanden.be voor meer info. Nog vragen? Bel of mail naar Anneke Geerts op 02/213 04 51 of anneke.geerts@broederlijkdelen.be .

We namen de voorbije jaren al enkele keren deel aan ‘Dwars door België’, een sportief event dat Broederlijk Delen dit jaar voor de tiende keer organiseert (weekend van 30 mei tot 1 juni). Deze driedaagse fietstocht van 400 kilometer gaat van het meest noordelijke naar het meest zuidelijke punt van België. Het was telkens heel leuk en super goed georganiseerd. Meer info over dit event vind je op: “Dwars Door België”.

 

 

Waarmee rekening houden wanneer je een gravelbike koopt?

Hierbij deel ik graag enkele vragen die je jezelf best stelt als je een gravelbike kiest en geef ik je ook mijn advies op basis van mijn ervaring tot nu toe.

niner.jpg

Fiets je voornamelijk op de weg en lichte gravel of doe je ook zwaardere, technischere stukken offroad?

Rij je voornamelijk op de weg en lichte gravel (zonder lange offroad beklimmingen)? Dan heb je geen super groot bereik nodig.

(Wat is ‘bereik’? Onderaan het artikel een woordje uitleg hierover)

Een 1x11 of 2x11 in de Shimano GRX of Sram Force reeks zal zeker goed zijn. Bij een 2x11 GRX groep kan je een 11-34 cassette combineren met een 48/31 crank, dat is meer dan genoeg. Bij de 1x11 Force groep kan je er best het maximum uithalen en een 10-42 cassette combineren met een 42T, 40T of 38T crank. Kies je voor een elektronisch groep, dan vind ik persoonlijk de 2x12 Sram Force eTap met 10-33 cassette en 46/33 crankset de beste keuze.  

Fiets je prestatie gericht? Dan ben je beter af met een 2x. Indien je eerder een relaxe fietser bent, dan raad ik 1x aan. Heb je makkelijk pijn in je knieën en/of rug als je te zwaar moet trappen om bergop te rijden, zorg dan voor een groter bereik in combinatie met een ‘klein’ crankstel !

Ga je ook voor zware gravelritten, lange offroad beklimmingen en technische stukken? Dan ben je beter af met een 1x12 Sram eTap ‘Mullet’ groep: MTB achterderailleur met een 10-50 cassette (500% bereik), Sram eTap road shifters en crank met 36T of 40T, afhankelijk van hoe sterk je bent. 

dt swiss.jpg

Kies ik voor 1 of 2 wielsets?

Kies je voor 2 wielsets, dan is het eenvoudig: monteer op een ervan 30 à 40 mm allround of race banden zoals bijvoorbeeld de Schwalbe Pro One 30 mm, Schwalbe G-One allround 35/38 mm, WTB Exposure 32/34 mm of Challenge Strada Bianca 36 mm. Op de andere wielset kan je dan beter 40 à 50 mm gravel banden met een ietwat meer ‘modder’ of offroad profiel monteren zoals bijvoorbeeld de Challenge Gravel Grinder 42 mm, WTB Resolute 42 mm of Schwalbe G-One Bite 40 mm. 

Kies je voor banden van > 30 mm, zorg ervoor dat je velg een binnenbreedte heeft van minimum 20 à 22 mm. Voor banden vanaf 40 mm en zeker indien tubeless zou ik 24 mm aanraden.

Kies je voor één wielset? Dan monteer je best een allround bandensetje of laat je het afhangen van het terrein waar je het vaakst op gaat rijden. Zeker als je tubeless rijdt, is het niet zo evident om regelmatig van banden te wisselen. De beste allround banden vind ik nog steeds de Schwalbe G-One Allround 35 mm. Voelt aangenaam op de weg, maar ook tijdens lange beklimmingen en is niet vies van wat offroad. 

jguillem.jpg

Welk materiaal kies ik voor mijn frame: carbon - staal - aluminium - titanium?

Elk materiaal heeft zijn voor- en nadelen. Wil je absoluut de lichtste fiets, dan is carbon een goede keuze. Alhoewel ik van mening ben dat een kilo of twee meer voor je fiets weinig uitmaakt. Dan kan je zelf beter 2 kilo vermageren! Je hebt uiteraard heel veel verschillende soorten carbon, in heel diverse kwaliteit. Het beste carbon waar ik ooit op gereden heb, gevoelsmatig dan, is zonder twijfel het RDO carbon van Niner.

Uiteraard moet je ook naar je budget kijken. Wil je niet al te veel uitgeven, kies dan voor een aluminium frame met (full) carbon voorvork. Aluminium blijft sowieso een prima materiaal voor een fietsframe, los van mogelijk wat metaalmoeheid na enkele jaren, waar ik persoonlijk nog niets van gemerkt heb. Let wel op dat je best een frame kiest met stevige lasnaden!

Over staal wil ik maar één ding kwijt. Als je ooit met een degelijk (gemonteerde) stalen fiets gereden hebt, dan weet je dat dit bijzonder aangenaam en comfortabel is. Dit proberen uitleggen aan iemand die nog nooit op een stalen fiets gereden heeft is moeilijk, ik ga het dan ook niet proberen.

Over titanium heb ik al veel geschreven: het is quasi onverwoestbaar, comfortabel, lichter dan staal en dikwijls ook dan aluminium. Het roest niet, is onderhoudsvriendelijk en het ziet er elegant en tijdloos uit. Nadeel: het is duurder dan staal en aluminium, maar niet noodzakelijk veel duurder dan een goed carbon frame. 

disc brake.jpeg

Welke remmen wil ik?

Hier kan ik kort zijn: kies sowieso voor hydraulische schijfremmen! En beter met 2x 160 mm remschijven. Ik heb nog nooit iemand horen klagen over teveel remkracht, maar wel al eens over te weinig.

Moet ik naar de geometrie kijken?

De geometrie van een fiets is een boeiend maar moeilijk onderwerp. Ik heb al diverse race-, endurance- en gravelfietsen met elkaar vergeleken. Er bestaat geen ‘standaard’ gravelbike geometrie. Elk merk doet wat het wil en gravelbikes zien er als gevolg vaak erg verschillend uit. Wel ben ik van mening dat je gravelbikes kan onderverdelen in 3 categorieën: gravelbikes met eerder een race/endurance georiënteerde geometrie, een pure gravel georiënteerde geometrie (dewelke volgens mij het meest comfortabel is) en iets tussen de twee. Dit hangt vooraf af van de stack, reach, zitbuis en wielbasis. Meer hierover in een volgend artikel. 

Heb je graag (veel) montagepunten?

Denk je aan een fiets trektocht of vakantie, extra lange ritten of neem je gewoon graag wat spullen mee onderweg? Of ga je de gravelbike ook gebruiken voor woon-werk verkeer en monteer je graag spatborden en een achterdrager? Kijk dan zeker of er voldoende montagepunten aan je frame zijn, want dat maakt het makkelijker om bepaalde attributen te monteren. 

Heb je graag vering of demping op je gravelbike?

Acht je vering nodig omdat je wel wat technische en zwaardere gravelritten plant te doen? Of kies ik gewoon voor extra comfort (maar meer gewicht)? Je hebt de Lauf Grid, een dempende voorvork die bijzonder licht is. Of kies je voor de dubbel geveerde Niner MCR 9 RDO omdat comfort voor jou het belangrijkste is? Dit is echt een persoonlijke keuze en hier kan ik eerlijk gezegd weinig raad geven … 

ritchey.jpg

Hoe kies ik de rest van de onderdelen (stuur, pedalen, zadel…)?

Welk stuur kies je best en hoe breed? Een persoonlijk keuze waar advies geven niet zo gemakkelijk is. Het beste gravel stuur vind ik de Ritchey Ergomax. Breedte minimum 42 voor een man en 40 voor een vrouw. Wil je wat meer ‘controle’, kies er dan eentje van 2 à 4 cm meer en wat extra ‘flare’ (meer flare = uiteinden stuur staan meer naar buiten). Qua tape neem je best eentje die wat dikker is en zodoende wat beter schokken opvangt.

Qua pedalen adviseer ik SPD, tweezijdig of platform langs een kant. De bijpassende schoenen stappen wat gemakkelijker en tijdens een gravelrit of avontuurlijke tocht is het zeker niet ondenkbaar dat je af en toe een stukje te voet moet.

Welk zadel kies je best? Wederom erg afhankelijk van persoon tot persoon, veelal een persoonlijke keuze dikwijls gebaseerd op gewoonte. Zelf ben ik een absolute fan van de Ergon zadels, vooral de SR reeks vind ik heel goed.

Heb je nog vragen? Mail me die dan gerust op erwinvangucht@me.com

Ik help je graag verder waar ik kan…

 

sram mullet.jpg

Wat is “bereik”?

Het bereik is een percentage dat uitdrukt hoe groot de ‘marge’ is tussen je lichtste en zwaarste versnelling. Hoe groter je bereik hoe lichter je kan trappen, vergeleken bij eenzelfde crankstel. Een groot bereik gaat vaak samen met grotere sprongen tussen de diverse kransjes op je cassette, zeker bij een 1x groep.

Hoe kan je het bereik berekenen?

Bij een groep met 1 kettingblad vooraan is het simpel: 

Aantal tanden grootste kransje cassette / aantal tanden kleinste kransje cassette x 100

Dus bij een 10-50 cassette is het bereik: 50/10 = 5 x 100 = 500 %

Bij een 10-42 cassette is dit: 42/10 = 4,2 x 100 = 420 %

PS: Een groter kettingblad bij 1x geeft uiteraard geen groter bereik, dat gaat enkel sneller maar kost meer kracht.

Bij een groep met een dubbel/compact kettingblad is het iets moeilijker:

(aantal tanden grootste kettingblad / aantal tanden kleinste kettingblad) x (aantal tanden grootste kransje cassette / aantal tanden kleinste kransje cassette) x 100

Dus bij een (traditionele) 11 speed groep 50/34 met 11-32 cassette is het bereik:

50/34 = 1,471

32/11 = 2,911

1,471 x 2,911 = 4,28 x 100 = 428%

En bij een Sram 12 speed 46/30 met 10-33 cassette is het bereik:

46/33 = 1,394

33/10 = 3,300

1,394 x 3,300 = 4,60 x 100 = 460%

Niner RLT 2020 (Road Less Traveled)

Niner was erbij vanaf de lancering van de gravelbikes en heeft in de loop van de jaren zijn aanbod aan gravelbikes uitgebouwd met zowel een carbon, stalen als aluminium model. Voor 2020 worden deze 3 modellen geupdatet. 

De nieuwe framesets ondergingen, los van een prachtig nieuw design (mijn mening uiteraard), enkele bijzonder aangename en handige aanpassingen. 

Je kan op alle nieuwe framesets in de RLT reeks banden tot 50 mm monteren.

De nieuwe RDO carbon voorvork van Niner met interne bekabeling wordt op alledrie de modellen in de RLT reeks gebruikt en is voorzien van een 12 mm steekas. 

Daarnaast werd elke frameset voorzien van 26 bevestigingspunten waar je zakken, dragers, bidonhouders, spatborden of wat dan ook kan op plaatsen. Handig en iets wat ik persoonlijk miste bij de vorige modellen.

Een laatste nieuwigheid is dat ze fietstassen gaan aanbieden die op elk frame passen zonder velcro strips, dus rechtstreeks aan te brengen op de bevestigingspunten. Makkelijk en een pak mooier.

De verschillende modellen (klik op de foto’s om ze te vergroten):

RLT 9 RDO

Licht, stijf, snel, sterk en ook nog eens erg comfortabel, dit alles samen in een prachtig ontwerp met veel oog voor detail.

  • Niner’s hoogwaardig Race Day Optimized (RDO) carbon frame en vork

  • Kan tot 700x50c (of 650bx2.0) banden aan

  • 26 geïntegreerde vaste bevestigingspunten

  • Volledig begeleide interne bekabeling

  • Compatibel met 1x, 2x, elektronisch, draadloos en verende zadelpen

  • Vervangbare derailleur hanger

  • Flat mount schijfrem compatibel

  • PF 30 bottom bracket

  • 12x142 steekas achteraan, 12x100 steekas vooraan

RLT 9 STEEL

Het onmiskenbare Reynolds gevoel van gehard staal, dat valt niet uit te leggen, dat moet je ervaren.

  • Reynolds 853 stalen frame met RDO carbon voorvork

  • 26 geïntegreerde vaste bevestigingspunten

  • Kan tot 700x50c (of 650bx2.0) banden aan

  • Compatibel met 1x, 2x, elektronisch, draadloos en verende zadelpen

  • Gemakkelijk toegankelijke externe bekabeling

  • Vervangbare derailleur hanger

  • Flat mount schijfrem compatibel

  • PF 30 bottom bracket

  • 12x142 steekas achteraan, 12x100 steekas vooraan

RLT 9 ALU

Betaalbaar, hoogwaardig materiaal, elegant en duurzaam in één ‘doe-alles’ fiets.

  • 6061 aluminium frame met RDO carbon voorvork

  • 26 geïntegreerde vaste bevestigingspunten

  • Compatibel met 1x, 2x, elektronisch, draadloos en verende zadelpen

  • Kan tot 700x50c (of 650bx2.0) banden aan

  • Interne bekabeling

  • Vervangbare derailleur hanger

  • Flat mount schijfrem compatibel

  • PF 30 bottom bracket

  • 12x142 steekas achteraan, 12x100 steekas vooraan