Schwalbe G-One R review

Hierbij een review van de Schwalbe G-One R gravelbanden door Tom Van Hout, waarvoor dank.

“Niet goedkoop, wel soepel, snel en veelzijdig: Schwalbe G-One R.

Noem een paar zaken die de derde pandemische winter draaglijker maken. Ik begin. In willekeurige volgorde (nou ja): een onverwachte vrijpartij, een goed boek, een streepje zon in november, verse soep, het knisperend geluid van gravel onder je wielen en buitenbanden van topkwaliteit. Wie op zoek is naar dat laatste, en bestand is tegen de verkoopprijs van zo'n 60 à 70 euro per band (slik), een advies: investeer in een setje Schwalbe G-One R gravelbanden.

Er is geen gebrek aan marketing, hete lucht en nonsens op de boomende gravelfietsmarkt maar sommige producten werken gewoon beter dan andere. Deze band is er zo een: soepel, snel, veelzijdig en betrouwbaar. En nog 'ns comfortabel ook. U merkt het, ik ben verkocht. De G-One R heet een wedstrijdband te zijn, maar die term is in de Lage Landen (nog) niet erg betekenisvol. Gravel wil zeggen onthaasten op twee wielen. Als er straks ook bij ons gravelraces worden aangekondigd, dan weet ik wel op welke banden ik aan de start verschijn.

Wat meer technische details? De G-One R bestaat in 40mm of 45mm uitvoering voor 700c wielen, het loopvlak heeft een alternerend profiel dat boemerang heet (In De Gloria!) maar vooral grip biedt in de bochten, snel rijdt op asfalt en ook in natte en slijkerige omstandigheden voorspelbaar gedrag vertoont. De banden zijn ontworpen om tubeless te monteren. Dat was kinderspel. De zijwanden zijn verstevigd, en het karkas is gelijkaardig aan de Pro One, de even prijzige als performante racefietsband uit het Schwalbe gamma.

Conclusie: test geslaagd.” (
Tom Van Hout)

En daar kan ik me alleen maar bij aansluiten, ik gebruik deze band zelf ook en ik ben het er mee eens: geweldig gerief ! Vooral de goede grip bergop offroad is me opgevallen, dat boemerang profiel bijt zich als het ware stevig vast in de ondergrond. Persoonlijk verkies ik bij deze band de 45 mm versie. (Erwin Van Gucht)